zaterdag 25 juli 2015

Zaterdag 25 juli: Jongensdroom wordt werkelijkheid

Met Anja op de Champs Elysees
Sèvres-Parijs, Champs Elysees
40 km, 0 HM

Mijn Tour zit er op, missie volbracht. Onbeschrijflijke vreugde. Vanzelfsprekend heb ik het bij de finish niet droog kunnen houden. Ik heb mijn jongensdroom kunnen verwezenlijken en de tocht der tochten volbracht. Het is eigenlijk niet te bevatten dat het gelukt is, nadat ik halverwege nog op het punt heb gestaan om op te geven. Natuurlijk is het gekkenwerk geweest en natuurlijk was het ongezond. Ik denk dat deze drie weken zowel fysiek als mentaal  misschien wel de zwaarste van mijn leven waren. Het was af en toe beestachtig. De combinatie van hitte, gebrek aan rust en fysieke belasting maakte het tot een ware uitputtingsslag. Het was immers de warmste Tour van 45 jaar. We hadden de meeste dagen niet meer dan zes uur slaap. Geen probleem voor een nacht, ondanks het feit dat het na een lange dag op de fiets best weinig is. Maar als je drie weken aan een tussen half vijf en half zes naast je bed staat en na elven pas kunt gaan slapen, gaat het eens opbreken. Maar als de kop het wil is er heel veel mogelijk, dat is wel weer gebleken. Dank aan allen die mij gesteund hebben en moed hebben ingesproken op mijn moeilijke momenten, het is en was hartverwarmend. Dank aan mijn vrouw Anja die uit liefde ook dit weer van me accepteerde. Geweldig dat je erin Parijs toch ook weer was ondanks het feit dat je je handen vol hebt aan de huisartsenpraktijk die je in deze periode alleen moest zien te runnen.

Een speciaal woord van dank aan allen in de organisatie die het rijden van de Tour de France voor mij en alle andere renners uit het peloton mogelijk hebben gemaakt. Dank in alfabetische volgorde aan Albert, Jos, Marian, Nelleke, Niels, Pascal, Piet en Wilfred. Het was groots wat jullie hebben gepresteerd. Ik zal jullie eeuwig dankbaar blijven, dat ik dankzij jullie onvoorwaardelijke steun en inzet mijn droom heb kunnen verwezenlijken!

Graag wil ik ook het peloton bedanken waar ik deel van uitmaakte en in het bijzonder mijn kamergenoot Hemke met wie ik drie weken lief en leed deelde. Dankzij jullie allen bleef het leuk, terwijl het soms helemaal niet leuk was wat we voor de kiezen kregen. Ik heb genoten van, en hard gelachen om de humor in de bus, de sfeer aan tafel en de kameraadschappelijke sfeer in de groep. Het was duidelijk dat we allen hetzelfde doel hadden en het met elkaar moesten doen om de eindstreep te halen.

De 21e en laatste étape is traditioneel een prooi voor de sprinters. De klassementen staan vast. Met tien ziedend snelle ronden op de Champs-Élysées neemt het prof peloton afscheid. De grote sprintkanonnen horen een zege op de Champs-Élysées eigenlijk op hun palmares te hebben staan. Mark Cavendish heeft er vier, de man uit Man won in 2012 voor het laatst, want in 2013 en 2014 ging de zege naar Marcel Kittel. Helaas is hij er deze keer niet bij.

De slotétape is voor de profs maar 107 kilometer lang en de ervaring leert dat er tot aan het oprijden van de Champs-Élysées rustig gefietst en gekeuveld wordt. Voor onze groep volstaat echter om een keer over de Champs Élysées te rijden, daarmee is onze laatste etappe niet langer dan zo'n 40 km maar, als de profs arriveren gaat het los in tien ronden van een kleine 7 kilometer. De renners schrapen de laatste beetjes energie in hun vermoeide lichamen bij elkaar en proberen één voor één weg te komen. Maar een massasprint is bijna onvermijdelijk. Het lukte de huidige Astana ploegleider Aleksandr Vinokoerov als laatste om het op hol geslagen peloton voor te blijven. Dat was in 2005. De laatste zes jaar waren het Marc Cavendish en Marcel Kittel die de laatste kussen van de rondemissen in ontvangst mochten nemen. Grote kans dat ook dit jaar weer een van de sprinters met de zege aan de haal gaat. 

 
Tot slot wil ik ook graag de vele, vele honderden lezers, die mijn blog gevolgd hebben danken. Uw reacties waren hartverwarmend! Ongetwijfeld zal ik met velen van u mijn ervaringen nog persoonlijk kunnen delen. Voor mij was het ook een experiment om dit blog dagelijks te schrijven. Het is goed om te merken dat voor velen van u hierdoor de wielersport in het algemeen en de Tour meer is gaan leven!
De Champs Elysees

vrijdag 24 juli 2015

Vrijdag 24 juli: Finish op de Hollandse berg



Boven op de laatste berg, Alpe d'Huez

Etappe 20: Modane-Alpe d'Huez, 110 km, bergen 3889 HM Col de la Croix de Fer, Alpe d'Huez

Vandaag de voorlaatste etappe. Natuurlijk in Nederland vooral bekend vanwege de Nederlandse berg. De rit start in het Italiaanse Modane en voert via de monsterbeklimming van de Col de la Croix de Fer naar L'Alpe d'Huez. Na de start in Modane kunnen de profs morgen het gas onmiddellijk opendraaien, want er volgt direct een afdaling. Aanvankelijk zou de rit starten met een afdaling van ruim 13,5 kilometer, waarna de renners achtereenvolgens de Col du Télégraphe en Col du Galibier in rappe opeenvolging voor de wielen zouden krijgen. Door instortingsgevaar van de Tunnel du Chambon in de afdaling van de Galibier, gaat de afdaling dik 10 kilometer langer door, tot in Saint-Jean-de-Maurienne waar het asfalt dan toch omhoog begint te wijzen.

Geen Galibier alwaar het monument van de stichter van de TdF staat; Henri Desgrange. Eerlijk gezegd heb ik dat monument de eerste twee keer dat ik daar naar boven ging helemaal niet gezien. Desgrange is de grondlegger van de TdF die zijn eerste editie kende in 1903.

De Col de la Croix de Fer is een monsterbeklimming van 29 kilometer, maar wel tegen tegen 5,2%. Gisteren was het er al een gekkenhuis toen wij er naar beneden gingen. De laatste keer dat ik daar was in 2011 was het er koud, mistig en was het wegdek nat. Vandaag wordt ons peloton opnieuw geconfronteerd met de deadline van tien uur waarop de berg afgesloten wordt voor het verkeer omdat de profs er die dag over afdalen. Dat betekent voor de meerderheid van ons een mission impossible om de hele route te rijden. Alleen voor de kopgroep van acht man lijkt het haalbaar. Mijn kamergenoot Hemke is een van hen. Hij stond vanmorgen daarom even na drie uur naast zijn bed na een nacht van niet veel meer dan drie uur. Voor mij geen optie omdat ik het tempo van deze groep zeker in de bergen niet kan volgen. Met pijn in het hart moet ik dus bekennen twee bergen van deze TdF niet beklommen te hebben. In dit geval is het voor mij echter overmacht en geen onvermogen. Daarmee kan ik er vrede mee hebben.

In Bourg d’Oisans begint de laatst klim van de Tour van 2015. De ‘Hollandse berg’ zat voor het laatst in 2013 in de Tour en werd toen liefst tweemaal genomen in rit 18. De buit ging naar Christophe Riblon na een kat-en-muis spel met Van Garderen en Moser.

Op 8 van de 21 bochten staat een Nederlandse naam; Kuiper (18,19), Zoetemelk (16,20), Winnen (13,15), Theunisse (8) en Rooks (9) De laatste Nederlandse winnaar was Gert-Jan Theunisse in 1989, die na een solo over ruim honderd kilometer (over de Col du Galibier en Col de la Croix-de-Fer) met een minuut voorsprong op Pedro Delgado en Laurent Fignon aankwam. Om in Alpe d’Huez te komen draaien de renners in ruim 13,8 kilometer 21 haar- speldbochten door en overwinnen ze een gemiddeld stijgingspercentage van 8,1%. Het begint al gelijk lekker met twee kilometer die met meer dan 10% stijgen. De tiende kilometer is met 11,5% de steilste, daarna is het nog een aantal kilometers zwoegen als de weg met 9% stijgt en daarna is het leed geleden en vlakt de klim sterk af.

In 2014, toen ik deelnemer was aan de Marmotte en voor een snelle tijd in mijn leeftijdscategorie ging, was ik er steenkapot gegaan en kon ik de laatste 6 km niet meer aanzetten om te voorkomen dat de kramp in beide bovenbenen zou schieten. Deze keer kon ik echter "fris" aan de klim beginnen. Bovenkomen is dan ook Parijs halen en natuurlijk is dat met zo'n ingekorte etappe een feest in plaats van een opgave. Hoewel ik het motto van Alpe d'HuZes niet in zijn algemeenheid onderschrijf, want natuurlijk kan afzien van verdere behandeling in de laatste levensfase bij kanker een goede optie zijn, gold het vanzelfsprekend wel voor mij nu het doel zo dichtbij was. Eigenlijk was het een makkie deze keer. Heb genoten van de ambiance in de Nederlandse bocht nummer 7 waar iedere fietser wordt onthaald als een held en zeker als men in de gaten krijgt dat je de hele Tour hebt gereden.



donderdag 23 juli 2015

Donderdag 23 juli: Route Barree (wegversperringen)


Boven op de Col du Mollard
Etappe 19: Saint Jean de Maurienne-La Toussuire,138 km, bergen, 4480 HMCol du Chaussy, Col de la Croix de Fer, Col du Mollard, La Toussuire

De dag van vandaag stond in het teken van wegversperringen. Vandaag moesten we via de top van de Glandon naar de Croix de Fer. Gisteren was al bekend dat de top van de Glandon om 10 uur afgesloten zou worden voor verkeer vanwege de passage van de profs, Het advies van de organisatie was dan ook om een stuk af te snijden van het parcours zodat we rond acht uur aan de voet van de Glandon zouden staan. Daardoor zouden we de eerste col moeten overslaan. De kopgroep dacht daar anders over en wilde toch de hele rit rijden. Voor mij was er geen discussie, ik wilde niet het risico lopen tegen gehouden te worden door de politie. Zelf was ik om kwart voor tien op de Croix de Fer en ruim op tijd voorbij de Glandon. Boven op de top hoorde ik van Wilfred dat gebeurd was waar ik bang voor was, de kopgroep was halverwege tegengehouden en mocht aanvankelijk zelfs niet meer naar beneden. Voor morgen ziet het er nog slechter uit. De kans is groot dat we de Croix de Fer die we morgen in plaats van de Galibier zouden beklimmen, helemaal niet op kunnen omdat we ook dan weer de profs kruisen.

In 138 kilometer koersen de profs in étappe19 van Saint-Jean-de-Maurienne naar La Toussuire in skigebied Les Sybelles. De derde Alpenrit in een serie van vier.

Direct na de start gaat het al omhoog. Het doel is Col du Chaussy, gelegen op 1.533 meter en bereikt na 15,5 kilometer klimmen met hier en daar wat respijt. Maar het is een pittige bestijging met maxima boven de 10%.
Na de afdaling is het een tijd rustig tot na 58,5 kilometer de voet van de Col de la Croix de Fer (eigenlijk voet van de Glandon) wordt bereikt. Vanaf dit moment ontbolstert de bergrit pas goed. De ‘Bergpas van het IJzeren Kruis’ doet zijn naam eer aan. Ten eerste omdat er op de top een ijzeren kruis staat, maar ook omdat grootheden als Gino Bartali, Fausto Coppi en Bernard Hinault er als eerste boven kwamen. In 1989 kwam Gert-Jan Theunisse er als eerste boven. Over een kleine 25 kilometer gaat de weg op de flanken gemiddeld met 7,4% omhoog.

Vanaf het ronden van de top blijven de renners op hoogte. Er volgt weliswaar een afdaling. maar die is korter dan de klim en in het dal aangekomen, rijden de renners direct de Col du Mollard op, een klim van 5 kilometer tegen 6.8%
In 16,.5 kilometer dalen de renners naar Saint-Jean-de-Maurienne, alwaar hen alweer geen rust gegeven is. Een gaatje dichten in het dal is er niet bij, want de beklimming naar La Toussuire wacht. Over 18 kilometer wordt er tegen gemiddeld 6,1% geklommen. Het zwaarste stuk zit daarbij aan het begin met stijgingspercentages tussen de 7 en 9,5% de eerste 3 kilometer.
Het linke van étape 19 is dat het constant stijgen dan wel dalen is vanaf de Col de la Croix de Fer. Vanaf die klim is de rit een kopie van étape 11 uit de Tour van 2012. De zege ging toen naar Pierre Rolland. Met een tweede plek maakte Thibaut Pinot het Franse feestje compleet.

Bij mij vanmorgen na het uitstappen van de bus opnieuw dikke paniek toen mijn fiets wederom met vastgeslagen ketting uit de trailer kwam. Gelukkig kregen we de ketting deze keer snel los. Achteraf bleek dat, bij het smeren van de ketting, de avond tevoren per ongeluk gebeurd te zijn. Ook bleken mijn remblokken, die de dag van tevoren vervangen waren, door de regenafdaling al grotendeels versleten. Gelukkig bood mijn kamergenoot Hemke uitkomst. Hij had vier stel blokken bij zich en wilde mij graag helpen, waarvoor dank! Met de hulp van Niels waren die in no time gemonteerd en kon ik met de laatste groep alsnog vertrekken. Daardoor voor mijn gevoel als een dolle omhoog gegaan, om maar niet te laat te zijn.

Het zijn krankzinnige dagen in de Alpen. Was gisteravond pas om half acht binnen. Daarna snel in de bus op weg naar Albertville naar ons hotel. Bij het hotel problemen voor de bus met inparkeren waardoor schade aan de bus. Om negen uur aan tafel in de Chinees. Om half elf terug in hotel. Elf uur slapen en vanmorgen om kwart voor vijf weer de wekker voor een nieuwe dag met nieuwe kansen. En een goede dag was het, nog slechts één te gaan! Parijs we komen er aan!

woensdag 22 juli 2015

Woensdag 22 juli: De volgers van de Tour de France


Etappe 18: Gap-Saint Jean de Maurienne,185 km, bergen, 4400 HM
Col Bayard, Col de Malissol, col de la Morte, Col du Glandon, Lacets du Mont Vernier

De TdF kent duizenden volgers. Daags voor een bepaalde etappe parkeren zij hun campers, want dat is het vervoermiddel op een mooie plek langs het parcours. Als het even kan op een berghelling. In de meeste gevallen gaat het om peperdure exemplaren ongetwijfeld met airco die wij zo vaak node hebben moeten missen. Ruwweg vallen de volgers te verdelen in drie categorieën. Het gros mag gerekend worden tot de groep zonder veel lichamelijke activiteit en morbide obesitas. We treffen ze meestal duttend in een stoel aan. Van Jan begreep ik dat ze 's avonds meestal dronken zijn. En hij kan het weten, want hij daalde al meerdere keren in het donker af met gevaar voor eigen leven. De tweede groep zijn de gezinnen met jonge kinderen die de hele dag enthousiast voor je staan te klappen. En dan heb je nog de echte supporters die hun hele caravan versierd hebben met vlaggen en ik weet niet wat.


De Tour de France nadert zijn ontknoping. Na vandaag volgen er nog twee Alpenétapes en dan is het op naar Parijs. Ook in de 185 kilometer van Gap naar Saint-Jean-de-Maurienne kijkt het peloton weer tegen een echte benenbreker aan. Het is wel de enige bergrit in deze Toureditie die niet bergop eindigt. 
In 2010 won Sandy Casar de étape naar Saint-Jean-de Maurienne. Destijds was het de eerste keer dat de plaats in het koersschema opgenomen werd. Dit in tegenstelling tot Gap, dat zo n beetje de stamgast(heer) is van de Tour. Deze editie zelfs twee keer, eenmaal als start- en eenmaal als finishplaats.

In étape 19 moest de Glandon beklommen worden, maar dat is lang niet alles, want voor het zover was had ons peloton al 120 kilometer stijgen en dalen in de benen, te beginnen met de Col Bayard (1.264 meter), een klim van 7,5 kilometer tegen 6,5% gemiddeld. De steilste kilometer klokt meer dan 10%.
Na wat minder afschrikwekkende hobbels ontmoet het peloton een puist met de weinig vrolijk stemmende naam: Col de la Morte (1.368 meter). De hellingshoek is bijna 6,5% gemiddeld als er over een afstand van 15,34 kilometer een slordige 1.000 hoogtemeters worden overwonnen.

Na 99 kilometer koers bereiken de renners de voet van het piece de resistance, waarna ze in niet minder dan 46,5 kilometer naar de top van de Glandon (1.924 meter) klimmen. In totaal slechten ze 1.560 hoogtemeters. Die worden gelardeerd met stukken vals plat en zo krijgt de helling van de Glandon zelf een gemiddelde stijgingsgraad van 4,8%. Vanaf Barrage du Verney gerekend bereiken de renners het meest steile deel van 11,2% na 12 kilometer. Daarna volgen nog 12 lastige kilometers met vals plat en vrij korte stukken klimwerk.

Voor de alpinisten leek daarmee het grootste leed geleden. In zo n 20 kilometer daalden we daarna af naar Pontamafrey-Montpascal, gelegen op 493 meter hoogte. Een gevaarlijke afdaling zeker in de eerste kilometers. Tijdens de Marmotte is deze afdaling zelfs geneutraliseerd en niet voor niets. Er vielen al enkele doden. Dus voorzichtig aan gedaan vooral bovenin zonder nu continu te remmen. Daarna nog 15 kilometer  naar aankomstplaats Saint-Jean-de-Maurienne, op 552 meter. Lekker hard door knallen, zou je zeggen, punt is alleen dat er nog wel een venijnig colletje tussen zit.

Les Lacets de Montvernier is 3,8 kilometer klimmen tegen 8%, maar op dat korte stuk riskeren de renners wel duizeligheid als ze te snel omhoog gaan. Het klimmetje heeft namelijk achttien (18!) haarspeldbochten. V
anaf de top wacht de renners een afdaling en een vlak slot van een paar kilometer. 

Profiel van de Glandon 

dinsdag 21 juli 2015

Dinsdag 21 juli: Verplaatsingen

Etappe 17: Digne les Bains -Pra-Loup,161 km, bergen, 4617 HM
Col des Leques, Col de Toutes Aures, Col de la Saint Michel, Col d'Allos, Pra Loup

Vandaag mag met recht van een extreme dag gesproken worden. Pascal noemde dat gisteravond bij het diner "la folie des Tour de France". Naast de inspanningen op de fiets ook forse verplaatsingen voor de start en na de finish. De ASO heeft het voorrecht dat talloos veel plaatsen graag de Tour binnen hun grenzen hebben. Dat heeft er in geresulteerd dat de finishplaats van de dag vrijwel nooit meer de startplaats van de volgende dag is. Alleen Utrecht en Mende hebben dit jaar dat voorrecht. Dat betekent dus altijd extra reizen. Meerdere keren heeft ons peloton daardoor een extra fietsafstand van 5-10 km moeten afleggen om bij het hotel te komen. Veel vaker was het na de etappe wachten op de laatste groep en dan weer de bus in. Voor de dag van vandaag is het allemaal nog veel extremer door het feit dat de ASO daarnaast in de omgeving van de startplaats van vandaag alle hotelcapaciteit had volgeboekt. Daarom verblijven we nu op hoogte in het skidorp Les Orres op grote afstand van de aankomst en vertrekplaatsen voor de komende etappes. Het zal u duidelijk zijn dat je na een zware etappe het liefst direct op je hotelbed ploft, maar dat zit er dus niet in.

Voortbordurend op bovenstaande wil ik u het dagschema van vandaag daarom niet onthouden:
  • 04.30 uur Wekker
  • 05.00 uur Ontbijt
  • 05.45 uur Vertrek bus bij Hotel (Les Orres)
  • 06.00 uur Reis met bus naar Digne les Bains (113km / 2 uur), 
  • 07.45 uur  Aankomst in Digne les Bains
  • 08.00 uur Start Etappe vanaf Digne les Bains (161 km / 8 uur (20/uur)) en 1,5 uur rust
  • 19.00 uur: Vertrek vanaf Barcelonette (1 uur en 13 min) 
  • 20.15 uur: Aankomst in Les Orres bij Hotel les Trappeurs
  • 21.00 uur: Diner 
  • 22.00 Slapen
En dan de rit, slopend mag je wel zeggen. Na een paar bultjes, twee forse van klimmen plus een finish bergop. Een mooi begin van het loodzware kwartet bergritten dat ons de komende dagen te wachten staat. Gelukkig eerst 80 km om een beetje warm te draaien. Daarna het echte werk waarbij het gemiddelde stijgingspercentage van de eerste twee cols, met ruim vier procent eigenlijk goed te doen is onder normale omstandigheden. Wel is de Col de la Colle Saint Michel 18 km lang en de Col d'Allos zelfs 25 km lang.

Vanmorgen mooi en al snel warm weer. In de middag sloeg het weer om en de lunch begon het eigenlijk heel snel te onweren en te regenen. De eerste plensbui was er gelukkig nog te schuilen onder een kapschuur, maar in de klim van de Col d'Allos werd het niet meer droog. Wel lekkere temperatuur daardoor om te klimmen. De toch al gevaarlijke afdaling van deze col verliep voor mij dramatisch. Als een oud wijf daalde ik af, vrijwel voortdurend in de remmen knijpend. Al snel raakte ik verkleumd waardoor goed remmen een probleem werd en ik bij herhaling moest stoppen om de handen warm te slaan. Met veel moeite bereikte ik uiteindelijk de voet van de col waar Albert met warme koffie op me stond te wachten. Een bezorgde Fransman leende me zijn fleecevest zodat ik na een half uur enigszins opgewarmd toch tenslotte de klim naar Pra-Lou aan kon vatten. Gelukkig hoefden we niet helemaal naar boven, want de meet is 10 meter onder de top getrokken. Schrale troost. Want het was geen simpel klimmetje naar Pra-Lou: in 9,4 kilometer worden er 500 hoogtemeters overwonnen. De aanloop is nog vrij vlak, maar na 6 kilometer klauteren volgt er een helling van meer dan 10% en tot de finish klokt de helling gemiddeld 8%.

Pra-Loup is een oude bekende. Aankomstplaats Praloup keert na 35 jaar weer terug in het Tourparcours. Bernard Thévenet won er legendarisch in 1975 nadat Eddy Merckx was getroffen door een appelflauwte. Het was daarmee de laatste keer dat Eddy Merckx  de gele trui droeg in de Tour. Thevenet  legde zo de basis voor zijn eerste Tourzege.

Hopelijk komt de weersvoorspelling voor morgen niet uit. Want met een zelfde weer de hele dag, wordt het anders vast een slagveld.
 

De bus voor onze verplaatsingen

maandag 20 juli 2015

Maandag 20 juli: Rustdag, wasdag en poetsdag


Op bovenstaande foto ziet u de waszakken van ons peloton. Iedere coureur heeft zijn waszak met naam. Na de etappe leveren wij de vuile fietswas aan in deze zakken. Zeker vier maal per week zorgt de organisatie er voor dat al wat er in gaat gewassen wordt. Soms gebeurt dit in het hotel, maar veel vaker moet er een wasserette opgezocht worden om de klus te klaren. Op sommige plaatsen waren zelfs afspraken gemaakt om dit op zondag te doen, knap om dat met Fransen te regelen. Als je je voorstelt dat dit voor zo'n 50 man gebeurt wordt wel duidelijk dat ook dit iedere keer weer een grote klus is die Nelleke en Wilfred voor hun rekening nemen.

Ons peloton geniet vandaag van een naar mijn mening welverdiende rustdag. Vanmorgen pas om negen uur aan het ontbijt in plaats van de gebruikelijke zes uur. Helaas was de meerderheid al aan tafel en is dit hotel kennelijk niet goed voorbereid op de grote hoeveelheden die er verorberd worden. Geen kwark meer, dus geen extra eiwitten voor het herstel, alleen nog appelmoes. Lekker maar niet erg nuttig voor het herstel.

Daarna met zijn allen fietsen poetsen. Mijn remblokken waren half versleten, ik hoor bij de voorzichtige dalers, dus rem ongetwijfeld te veel. Eigenlijk is dat al gekomen toen mijn gezin gesticht werd. Het mag toch niet gebeuren dat Anja, Ebe, Hidde en Nienke het slachtoffer zouden worden van mijn escapades. Het deel uit maken van een maatschap die op mij rekent, heeft gemaakt dat ik alleen maar harder in de remmen ben gaan knijpen. Vanmorgen voor de laatste loodjes dus maar nieuwe remblokken gemonteerd met Niels onze mecanicien. Mijn Cervelo ziet er inmiddels weer spik en span uit. Helaas is er bij het transport een beschadiging aan de lak opgetreden in de bovenhuis. Normaal zou ik woest zijn, maar mijn gemoedstoestand is inmiddels zodanig dat ik alles goed vind als ik maar Parijs haal. Desnoods mag mijn mooie fietsje daarna zelfs de vuilnisbak in bij wijze van spreken.

Gisteren in de Col de Manse, alwaar Beloki destijds viel door smeltend afval en daardoor zijn heup brak, ook in onze groep een valpartij. John was dit maal de ongelukkige. Vlak voor een S-bocht doemde plots een tegemoetkomende auto op waardoor hij te hard remde en over de kop sloeg. Gelukkig klapte hij niet op de auto. Alleen zijn smartphone lag onder de auto. Zelf kwam hij er met wat schaafwonden goed vanaf. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd was als....

Eigenlijk zou ik nu vooral op bed moeten liggen. Echter de voorbereiding van mijn blogs voor de komende dagen vergt aandacht. Als het dan niet lukt met vier man om met WiFi verbinding te krijgen en mijn eigen EU bundel vol is, zie ik mijn blog voor de komende dagen in rook op gaan en komt het chagrijn naar boven. Gelukkig biedt mijn zoon Hidde direct hulp vanuit Nederland en lukt het de eigenaar toch toegang tot het internet te krijgen. Na een gezellige lunch met een flink deel van de groep, kan ik dan toch aan de slag met de voorbereiding voor de blogs voor de komende vier bergetappes in de Alpen. Het zwaartepunt ligt daarbij op de woensdag. Morgen dus mijn gemak houden voor zover mogelijk. Woensdag waarschijnlijk weer tot het gaatje gaan, donderdag overleven en vrijdag in de laatste bergetappe desnoods kruipend omhoog. Zo zie ik het voor me.

Gisteren echter goede dag en zit er misschien zelfs meer in het vat?

zondag 19 juli 2015

Zondag 19 juli: Boodschappen doen


Etappe 16: Bourg de Peage-Gap, 201 km, heuvels, 1720 HM

Om er voor te zorgen dat wij als peloton onderweg en na de finish voldoende eten en drinken krijgen, moeten er dagelijks boodschappen worden gedaan door onze chef inkoop Jos. Dat leidt tot bizarre taferelen aan de kassa's van de supermarkten die daarvoor bezocht worden. Meestal komt Jos dan bij de kassa met minstens vijf boodschappen karretjes vol waarbij de cassieres met stomheid geslagen zijn.. Om u een idee te geven wat er dan op het lijstje staat, voor de heren de supermarkt betreden, volgt hier een korte opsomming: 180 flessen water van 2 ltr, 30 flessen cola 1,5 ltr, 24 ltr Ice Tea, 24 ltr Orangina en daarnaast nog wat ander vocht tezamen goed voor zo'n 500 ltr. Daarnaast 200 bananen, 12 meloenen, 3 bakken perzikken en 3 bakken pruimen, 12 stokbroden 50 croissants, 100 zakken zoute chips, 8 kg zoute pinda's. Aan zuivel 150 bakjes vruchten yoghurt en 12 kg kwark. En dan heb ik nog niets gezegd over de inkopen voor de lunch. U zult begrijpen dat dit organiseren en ervoor zorgen dat het ook nog op de bevoorradingsplekken komt al een gigantische logistieke opgave is. Hulde daarom aan onze staf! Zonder hen zouden wij nergens zijn.

De 16 e etappe voerde ons van Bourg de Peage naar Gap. Waar Gap een van de meest door de Tour bezochte steden is, is de vertrekplaats op dat gebied tamelijk bleu. Een keer eerder startte er de Tour.

Ben je wielerfans en woon je in Gap, dan zit je daar dit jaar gebeiteld met zowel een finish als een vertrek. In 2011 bekroonde Thor Hushovd er een lange ontsnapping, die hem ook nog eens de groene trui opleverde, met een zege. Twee jaar geleden deed Rui Costa, de latere wereldkampioen hetzelfde, ook in etappe 16. Hij ontsnapte destijds op de col de Manse en bouwde in de afdaling zijn voorsprong uit.

Bij me zelf bespeurde ik vandaag tekenen van verder herstel. Eindelijk voelde ik weer iets in de benen dat mij destijds tot een van de betere klimmers maakte in de 100 cols tocht. Het was vandaag ook minder heet. De eerste col beklommen we zelfs met aangename temperatuur en de zon achter de wolken. Dan merk je pas wat de invloeden van de hitte op het prestatievermogen is. Zoals zo vaak had de ASO weer een mooie aankomst geregeld, een eufemisme voor weer een vervelend slot, een klim uit Gap waarbij het eerste deel weer fors steil was. De dag van vandaag betekende tevens nieuwe moraal. Laat de Alpen maar komen, ik durf ze nu wel weer aan.

Voor ons en voor de profs is deze etappe de laatste voor de tweede welverdiende rustdag, waar ik in ieder geval erg naar uit kijk. Hopelijk eindelijk een keer echt uitslapen, veel op bed liggen om te herstellen en mijn smerige fiets voor de laatste loodjes onder handen nemen.

zaterdag 18 juli 2015

Zaterdag 18 juli: Een slapeloze nacht voor het peloton


Etappe 15:Mende-Valence, 182 km, heuvels, 2000 HM

Vanmorgen aan het ontbijt zag ik alleen maar vermoeide en slaperige koppen. Niet verwonderlijk als je je realiseert dat het wederom bloedheet was afgelopen nacht en ons hotel wederom helaas geen airco had. Mijn kamergenoot Hemke en ik sliepen onder het dak. Na een koude douche was je binnen vijf minuten weer kletsnat van het zweet. Meer dan een paar uur effectieve slaap heb ik voor mijn gevoel niet gehad. John en Cindy hadden hun kamer vol mieren en zijn vannacht nog verhuisd. Richard is maar op de bank in de huiskamer gaan liggen. Ik geloof niet dat er iemand door de hitte goed geslapen heeft. Dus de stemming aan het ontbijt was op zijn minst niet vrolijk. Vervolgens deed de airco in de bus op weg naar de start het niet. Bij Evert sloegen de stoppen door toen een van ons uit wanhoop dan maar de dakluiken opende. Bij het uitladen van de fietsen bleek een van de banden van onze toppers Philippe voor de zoveelste keer lek. Het zijn de zorgen van een vermoeid peloton in de laatste week in extreme omstandigheden.

De dag van vandaag voor ons, is er morgen een voor de sprinters van de elite van de wereld. Vanuit Mende voerde de weg direct omhoog met 500 stijgingsmeters. Daarna lange tijd een heuvelachtig terrein zonder grote moeilijkheden. Voor het eerst daarbij in de vroege ochtend enige tijd aangename fietsomstandigheden. Voor de lunch was de temperatuur inmiddels weer gestegen naar dik boven de dertig graden. Daarmee in de middag toch
Koelen... heerlijk en noodzakelijk!
aanvankelijk weer extreme omstandigheden in de enige serieuze klim van de dag; de col de Escrinet (2e categorie) met aldaar een temperatuur van 39 graden in de schaduw. Gekookt kwam ik derhalve boven. Koelen met water uit de fles van onze onvolprezen begeleiders Wilfred en Nelleke haalde daarbij weinig uit, daarop toch maar afgedaald. Uiteindelijk met Ronald en Monique in het dal in een klein dorpje een openbare kraan gevonden met ijskoud water. En mijn God wat was dat heerlijk. Kop onder de kraan, en wat kan een mens dan met zo iets eenvoudigs zo blij en gelukkig zijn. Het zijn kennelijk toch de kleine dingen in het leven die het doen!

Daarna was het verder een eenvoudige tocht naar Valence. Wind in de rug en steeds een licht afdalende weg over 50 km. Daardoor voor het eerst aan de finish met het gevoel nog wat over te hebben. Ook voor het eerst de finish van de profs kunnen zien. En wat is het dan frustrerend om te zien hoe hard Bardet en Pinot omhoog denderden op een helling van 3 km 10% daar waar ik gisteren zo ongeveer geparkeerd stond. Mijn finish van vandaag was vlak over een brede boulevard. Dat wordt morgen Cavendish of Greipel.

De Tour heeft zijn rode lantaarndrager. Dat is de nummer laatst in het klassement. Wim Vansevant heeft de twijfelachtige eer tussen 2006 en 2008 deze prijs drie keer in de wacht te hebben gesleept. Ook Rob Harmeling en Mathieu Hermans wonnen deze "prijs" ooit. Ook ons peloton heeft zijn rode
Onze rode lantaarndrager
lantaarndrager. Zijn naam is Jan Stolker. U zult begrijpen dat ik alleen met zijn toestemming zijn naam hier mag noemen. In maart 2014 sprak hij met Pascal over een mogelijk deelname aan de Tour op de vakantiebeurs. Alhoewel de versies van de beide heren verschillen over hoe het precies gekomen is dat hij meedoet, heeft hij een racefiets gekocht. Door ziektes heeft hij naar zijn zeggen zich niet meer dan een maand of vier kunnen voorbereiden. In de Tour vierde hij zijn zestigste verjaardag op de dag van de Koninginnerit. Hoewel hij aanvankelijk die dag zou rijden besloot hij uiteindelijk de verjaardag met zijn gezin te vieren, achteraf geen onverstandige beslissing. Jan rijdt op zijn eigen manier de Tour. Als enige van onze groep heeft hij tijdens de etappes ook een klooster en oorlogsgraven bezocht. Als enige is hij ook door de politie aangehouden. Hij wilde toen een busje inhalen bij het rode stoplicht en stuitte op een politiebusje die aan de ander kant stond te wachten. Al meerdere keren kwam hij laat in de avond aan, soms was het al bijna donker op dat moment. Maar toch zit hij nog in de Tour, chapeau! Ik kan verder nog een voorbeeld nemen aan de ontspannen manier waarop hij met deze gigantische uitdaging omgaat.

vrijdag 17 juli 2015

Vrijdag 17 juli: "wie komt altied weer terug"

Etappe 14: Rodez-Mende, 178 km, heuvels, 1600 HM

Mensen die mij kennen weten dat ik supporter ben van de Graafschap. Dat is eigenlijk begonnen in 2005 toen mijn zoon Hidde in de jeugdopleiding van de Superboeren kwam. Sinds die tijd heb ik een seizoenkaart. Nu zult u zich afvragen wat dat met fietsen van doen heeft. Zoals u weet ging het de afgelopen jaren bergafwaarts met mijn clubje. Dat gevoel had ik de afgelopen dagen ook over mezelf. Trillend boven op de Tourmalet, daags daarop meer dood dan levend op Plateau de Beille en gisteren de hele dag krachteloos en leeg en alleen op wilskracht de finish gehaald. Gisteravond daarbij het idee dat het wel eens afgelopen kon zijn, missie mislukt in dat geval.

U weet hoe het verder met de Graafschap is gegaan. Met geluk de play offs bereikt en toen gebeurde er iets wat niemand voor mogelijk had gehouden. Plotseling begon het te lopen en uiteindelijk wonnen ze de play offs en zijn ze terug in de eredivisie. Kan ik volgend seizoen weer met Hidde naar de wedstrijden tegen de grote jongens gaan kijken.

Tot mijn verbazing gebeurde er ook iets dergelijks bij mij. In een nacht, weliswaar met slaappil, veranderde ik van een dood vogeltje in een wielerliefhebber die weer durft te geloven in het halen van Parijs. Vandaag deden de benen het weer en bleek ik tot mijn verbazing goed hersteld.

Ik heb de etappe volledig gereden. Het was een prachtige dag door de vallei en Gorge van de Tarn. Was er ooit met mijn gezin geweest, toen nog met jonge kinderen waarbij ik met mijn zoons in een kano was omgeslagen in de Tarn.

Het was vandaag weer ongezond heet. Zodanig dat je voor het koken van water geen gasstel nodig had. Het was genoeg om even rond te rijden met twee bidons en je hebt binnen de kortste keren kokend water. Het is ook het weer van plakkend, smeltend asfalt met het geluid alsof je over zuignappen reed.

Na de pauze bij 100 km volgde de eerste klim naar de col de Sauveterre, waar de beroemde wijn vandaan komt. Het toetje van dag was de klim in Mende over 3 km met een gemiddeld percentage van boven de 10% en maximale percentages boven 15%. Lance Armstrong liet zich op deze klim aan de auto hangend naar boven trekken. Zelf kon ik de benen nauwelijks meer rond krijgen net als de meerderheid van het peloton.

Op de foto met Michael Boogerd en Gert Jacobs
Onderweg troffen we ook Michael Boogerd en Gert Jacobs, die voor Tour du Jour op pad waren.

Vanzelfsprekend ben ik me zeer bewust dat een zwaluw geen zomer maakt, maar hoop doet leven. Het kan dus toch, herstellen binnen een loodzware koers!

donderdag 16 juli 2015

Donderdag 16 juli: Hitte


Etappe 13: Muret-Rodez, 200 km, heuvels, 1500 HM

Na de zware etappe van gisteren vandaag een rit in de bakoven van Frankrijk. Op zichzelf goed te doen ware het niet dat de weersomstandigheden roet in het eten gooiden. Het was vandaag op het heetst van de dag in de schaduw 42 graden. Onder deze omstandigheden adviseert het KNMI uit de zon te blijven, geen lichamelijke inspanningen te verrichten en veel te drinken. In de Tour is alleen dat laatste mogelijk. Hoewel het peloton vertrok met het idee er opnieuw een wandeletappe van te maken, lukte dat met de snelheid wel, maar niet met het bijbehorende gevoel. 


Koelen in de vrieskist van een supermarkt
De hitte werkte verlammend en zoog in ieder geval bij mij alle energie weg. Gelukkig konden we ons tussendoor op het heetst van de dag even verkoelen in de vrieskisten van een locale supermarkt. Heerlijk, maar effect helaas van korte duur. Het resulteerde er toch in dat ik in het tweede deel op ieder klimmetje gelost werd uit het peloton en uiteindelijk met een klein groepje als een van de laatsten arriveerde. In plaats van enigszins herstellen dus weer een jasje uitgedaan. Dan is rust pakken heel belangrijk in een goede hotelkamer, maar helaas heeft de onze geen airco.

Zoals al aangekondigd maakte Lance Armstrong vandaag zijn opwachting in de Tour de dag ervoor bij de Engelsen die zo geld proberen in te zamelen voor "cure leucaemia". Dat resulteerde direct in een waar mediacircus en duizenden belangstellenden langs de kant van de weg.

De dag van vandaag betekende ook het vertrek uit onze Tour van Sjonnie "Pirelli" bijgenaamd en Arjen. Beiden finisher in de Tour van 2012. De een door motivatie problemen, de ander leeg en op. Ook Jac heeft vandaag de TGV terug genomen, het was genoeg geweest en zijn vrouw zal vast een gat in de lucht gesprongen hebben.

Was vandaag ik ook laat binnen, dus weinig tijd om u bij te praten. Hopelijk morgen meer puf en tijd. Hoop verder dat het weer om gaat slaan, want op deze manier valt het voor een goedwillende liefhebber niet vol te houden.

woensdag 15 juli 2015

Woensdag 15 juli: Koninginnerit: spijkers en afzien in het kwadraat

Monument Fabio Casartelli
Etappe 12: Lannemezan-Pleteau de Beille195 km, bergen, finish bergop, 4600 HM

Col de Portet d' Aspet, Col de la Core, Port de Lers, Plateau de Beille

De 195 kilometer tussen Lannemezan en Plateau de Beille vormden het slotstuk van drie zware dagen in de Pyreneeën. Op basis van de statistieken ook de allerzwaarste etappe van deze Tour en daarmee de Koninginnerit in moordende hitte. Gelegenheid om te herstellen van de zware dag ervoor was er nauwelijks. Veel van mijn lotgenoten waren zo uitgeput dat van eten niets kwam. Vanmorgen weer om zes uur aan het ontbijt zodat we om zeven uur de bus in konden voor het transport naar de startplaats. Dat duurde ook nu zeker weer een uur.

De dag van vandaag beloofde met vier lastige bergen in het verschiet in de 12e étape ook een ware slijtageslag te worden. Dat werd het ook, want slechts een kleine helft van ons peloton bereikte de finish door het voltooien/beklimmen van de laatste beestachtige col. Net als in 2002 en 2004 ligt de finish op Plateau de Beille, die na zo'n 185 km opdoemt.

De eerste hindernis van betekenis is de Col de Portet d'Aspet. Vlak voor de top komen de renners het monument voor Fabio Casartelli tegen. Aangezien het 20 jaar geleden is dat de onfortuinlijke Italiaan door een val om het leven kwam, zal de Tourorganisatie hier uitgebreid bij stil staan. Casartelli ging in de afdaling onderuit en kwam met zijn hoofd op een betonnen paaltje terecht. Je kunt je heden ten dage toch bijna niet meer voorstellen dat je 
op de fiets zonder helm de bergen in gaat. Zijn dood vormde de inleiding tot het verplicht dragen van een helm voor de profs. Als neuroloog begrijp ik niet dat in Nederland zo laks wordt omgegaan met het dragen van een valhelm door de overheid. Ik zou denken dat er toch op zijn minst een verplichting zou moeten komen voor een aantal categorieën.

Na de afdaling loopt de weg vanaf Castillon-en-Couserans weer omhoog. Col de la Core is de naam dit obstakel. Een klim die voor de zevende keer figureert in de Tour. Qua opbouw lijkt deze 17,5 kilometer lange col erg op de Col de Portet d'Aspet. De eerste 9 kilometer zijn op papier niet moeilijk, maar door de hitte viel het toch tegen. Daarna bleef de weg steil omhoog lopen en kwam het stijgingspercentage nergens meer onder het gemiddelde uit.

Na de Col de la Core even rust. Een lange afdaling en enkele tientallen kilometers door het dal van eerst de Salat en daarna de Arac. Vanaf het dorpje Massat gaat de weg weer omhoog naar de Port de Lers. In 1995 voor het eerst bijgeschreven in de geschiedenisboeken van de Tour. Toen kwam Marco Pantani als eerste boven.

Spijkers op de weg op de Port/Col de Lers
Net als in 2012 op de Col de Peguerre hadden onverlaten spijkers op de weg gestrooid waardoor ik direct lek reed. Gelukkig was er ook nu weer direct hulp van een man uit Ouderkerk die mijn band geheel zonder mijn hulp verving. Dat was net na de lunchpauze waarbij ik erachter kwam dat door een steentje een snee over de volle omtrek in mijn achterband was gekomen in de afdaling van de Col de Port. Nieuwe achterband dus.

Maar de Port de Lers valt in het niets in vergelijking met de slotklim. Plateau de Beille is een beest van een klim van 15,8 kilometer lang, met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9 procent. Nergens was er tijdens tijdens de klim een moment om even bij te komen. Het was constant harken en afzien, zoals ik alleen uit mijn triatlon-dagen kende. Heb tweemaal moeten stoppen om de bodem van de tank weer te vullen. Gesloopt bereikte ik de top alwaar ik, zo moet ik bekennen eerst een potje heb staan janken, alvorens ik weer bij zinnen kwam. Het heeft het uiterste van me gevraagd. Maar achteraf is de voldoening groot dat het gelukt is en dat ik nog steeds deel uitmaak van een al maar kleiner wordende groep die alles heeft gereden!!
Boven op het Plateau de Beille
In 1998 stond de berg voor het eerst op het programma. Marco Pantani verpletterde de concurrentie. In 2002 was het Lance Armstrong die hier zijn duivels ontbond en iedereen achterliet. Iets wat hij in 2004 probeerde te herhalen. Ivan Basso bleef echter bij hem in het wiel, maar de Amerikaan greep wel de étappezege. In 2011 was het de beurt aan Jelle Vanendert. Voor het eerst sinds Lucien van Impe won er weer een Belg een bergrit in de Tour.

dinsdag 14 juli 2015

Dinsdag 14 juli: De tourteufel

De Tourteufel op de foto met uw verslaggever
Etappe 11: Pau- Cautarets, 188 km, bergen, 4176 HM
Col d'Aspin, col de Tourmalet, Cautarets

Iedereen die de Tour volgt weet dat in de bergetappes altijd een als duivel verklede man meerent met de coureurs. Hij is inmiddels zo bekend dat de Franse televisie hem tegenwoordig eigenlijk altijd in beeld brengt. Bij toeval trof ik hem na de etappe van gisteren en vanzelfsprekend wilde hij graag met uw verslaggever poseren, waarvan akte. 

De tweede Pyreneeënrit was een pittige exercitie met de Aspin en Tourmalet, met de aankomst na 188 kilometer koers in het bergdorp Cauterets. Iedere keer als ik weer boven op de Tourmalet sta moet ik denken aan het legendarische verhaal van Eugene Christophe die als virtuele leider in de Tour van 1913 in de afdaling van de Tourmalet een aanrijding heeft met een volgauto waarbij hij zijn voorvork breekt. Omdat hulp in die jaren nog niet was toegestaan moest hij veertien kilometer te voet afleggen naar La Sainte Marie de Campan waar hij in de smidse van Alexandre Torne eigenhandig zijn vork repareert, genadeloos op de vingers gekeken door de wedstrijdcommissaris. Hij krijgt nog drie minuten straftijd omdat hij de hulp zou hebben gehad van een kind dat de blaasbalg vasthield. Het maakte hem kansloos voor de eindzege, maar hij was die dag ondanks het tijdverlies nog op tijd binnen.

Ik hoorde dit verhaal van Jac Zwart voor het eerst. Hij was in 2009 mijn ploegleider bij de 100 cols tocht en is tevens de schrijver van een zeer lezenswaardig boek Wielermonumenten geheten. Als 68-jarige is hij er nu ook weer bij als deelnemer en is hij daarmee ook tegelijk een van de oudste deelnemers. Nog indrukwekkender wordt het verhaal als u weet dat hij in 2008, toen het veertig jaar geleden was dat Jan Jansen als eerste Nederlander de Tour won, een van de deelnemers was die deze Tour na reed. Chapeau!!


Al in 1953 was deze etappe al in de Tour opgenomen. Ook in de spannende Tour van 1989 finishten de renners in Cauterets. Die Tour was een prooi voor Greg Lemond, maar dan wel met de hete adem van Laurent Fignon letterlijk in zijn nek, want de Fransman werd tweede op slechts 8 seconden. Indurain won de étape naar Cauterets overigens.

Het was vandaag een slopende dag, niet alleen door de hitte, maar ook door de beklimmingen. Na het vertrek uit Pau, de stad die in nagenoeg iedere Tour aangedaan wordt, leidde de koers geleidelijk omhoog tot de Col d’Aspin (1.490 meter) wordt gerond. 


Nog meer uitdaging bood de Tourmalet (2.115 meter) die al 12 kilometer verderop opdoemde in het parcours. Na 11 kilometer klauteren komen de renners op de steilste sectie van 10%, waar het gemiddelde stijgingspercentage 7,6% is. In totaal is de klauterpartij 17,2 kilometer lang. Voor mezelf ging het wel tot 10 km onder de top. Daarna was het afzien. Nog geprobeerd in La Mongie 6 km onder de top het tij te keren, maar helaas. Helemaal leeg en trillend op mijn benen bereikte ik de top. Met een koud colatje achter de kiezen toch maar de weg vervolgd, waarbij we als beloning een schitterende afdaling voorgeschoteld kregen waarbij ik weer eens snelheden van ruim boven de 80 km haalde. 


De aankomst in Cauterets is ook venijnig. Finishen bergop na een klim van een slordige 15 kilometer. 
Uiteindelijk bereikte ik de finish na 8.15 uur en was het na een start om 8.00 uur 18.15. Daarna nog naar beneden naar de voet van de klim naar Cautarets om de bus te bereiken. Al met al een uitputtende dag.

Eén keer eerder was de Tour in Cauterets en iedere wielerliefhebber zou die étappe het liefst uit de Tourhistorie schrappen. Eerder die dag was Fabio Casartelli namelijk verongelukt in de afdaling van de Col de Por-tet-d’Aspet. De datum: 8 juli 1995.

maandag 13 juli 2015

Maandag 13 juli: Eindelijk klimmen!

Mijn eerste beklimming van de Soudet in 2009
Etappe 10:Tarbes-Arette la Pierre Saint Martin,167 km, heuvels, finish bergop, 2500 HM (na de finish nog 22 km afdalen naar de bus)

De finish van vandaag betekende tevens de eerste echte klim van deze Tour naar de top van de Soudet. Ik bewaar er slechte herinneringen aan. In 2009 vormde het de laatste klim van een zware dag in de 100 cols tocht en ben ik er in de hitte zwalkend naar boven gegaan. Hoewel vrij onbekend is het een onregelmatig gemeen ding die in het klassement van de zwaarste beklimmingen in Frankrijk de zevende plek inneemt. Het zou mij dan ook niets verbazen als de klassementsrenners zich melden en er meteen verschuivingen in het klassement gaan optreden. Was zelf ook heel benieuwd hoe de benen zouden zijn na de vlakke aanloop van de afgelopen 9 etappes. Dat viel reuze mee in het eerste deel. Ik maakte deel uit van het peloton waarmee we na zo'n 150 km met een gemiddelde van 30 km aan de voet van de Soudet kwamen. Maar ook nu was deze klim een flinke beproeving met in het eerste deel stijgingspercentages van tussen 9 en 10,5% gemiddeld over een km en uitschieters over korte stukken tot 15%. 

Op de berg was het al een drukte van belang met duizenden campers die de randen van de weg aan beide kanten in het tweede deel van de klim volledig vulden voor zover de rand van de weg dat toeliet. Zes kilometer onder de top ook een nieuwsgierige koe op de weg die je aankeek met een blik van "wat kom jij hier doen?"

Heuvels, heuvels, heuvels dat kenmerkte de eerste 150 km. Daarbij trokken we in een boog over het heuvelachtige landschap van de uitlopers van de Pyreneeën om dan in de finale zoals gezegd stevig de hoogte in te gaan over een afstand van 22 km, waarbij de laatste 15 km de echte klim vormden. Op de top is het nog maar even verder rijden naar de top van de Col de la Pierre Saint Martin en je bent bij de grens met Spanje. Voor zo ver mij bekend finishte de Tour nog nooit boven op de Soudet.

Het is morgen 14 juli, dus het zou goed kunnen dat een Fransman net als op de Mur de Bretagne met de kussen van de Miss naar zijn hotel gaat, of zijn het toch de klassementsrenners die zich aan het front melden?

zondag 12 juli 2015

Zondag 12 juli: Eerste rustdag

Een stop onderweg
“Kun je niet eens beschrijven hoe je dag eruit ziet?”, vroeg ik in 2010 eens tijdens de 100 cols tocht aan John Faasse, die destijds voor belangstellenden een blog bijhield. Hij schreef toen het volgende stukje dat ook nu nog actueel is, en eigenlijk kan ik het niet mooier verwoorden dan hij toen deed. Ik zal er een gedeelte letterlijk van overnemen: 

"Dat is snel gedaan: fietsen, eten, slapen. Een uur voor het ontbijt gaat de wekker. Meestal is dat om 06.00 uur of 06.30 uur. Douchen, scheren en de verdere persoonlijke verzorging. In de wielrennerij noemen ze het soigneren. In de praktijk komt het erop neer dat je een poging onderneemt om je zitvlak te prepareren voor weer een lange dag op een hard zadel. Vijf tot acht uur per dag rondrijden in een zweterige koersbroek zorgt binnen een paar dagen voor doorzitplekken, ontstekingen, puisten en ander ongemak. Dus er wordt ’s morgens heel wat afgesmeerd om het leed te voorkomen, of althans enigszins te verzachten. Populair zijn: babyzalf, uierzalf (ook wel ‘spenenzalf’), vaseline, trekzalf en het broekvet van Born. Er zijn er ook die hun derrière en edele delen ouderwets in de Nivea zetten. Born heeft ook broekpoeder dat je in je koersbroek strooit en over de zeem uitwrijft. Dat bijt dusdanig dat het werkt als peper in je weet wel".

"Dan is het tijd voor het ontbijt. Het is zaak daar minstens een kwartier vóór de afgesproken tijd aanwezig te zijn. In het zicht van een ontbijtbuffet veranderen al die meelevende, sociale medecoureurs namelijk in een bende hongerige, egoïstische eikels".

"Alleen aan de kruimels kun je nog zien dat jij oorspronkelijk zelf ook een croissant had. Als je geluk hebt vult de hoteleigenaar het buffet bij. Als je pech hebt was het een klassiek Frans ontbijt met 1 croissant en 1 stukje stokbrood met jam per persoon".

"Daarna snel terug naar de kamer om de bidons te vullen met sportdrank en de zakken van je wielershirt vol te proppen met gelletjes, energierepen en de gejatte stokbroodjes van het ontbijt". 


"Dan de bagage naar de bus brengen. De bandjes worden zo nodig bijgepompt en tussen 07.30 en 08.30 uur is iedereen vertrokken". 

Over de ravitaillering onderweg heb ik het eerder met u gehad, dus daar zal ik u niet weer mee lastig vallen. Op enig moment bereiken we de finish. Dan is het wachten op de laatst aankomenden. De bezwete fietskleding gaat uit. Met wat water uit de bidon en droge washandjes probeer je je te fatsoeneren en trek je wat andere, iets minder vieze kleren aan die je in je rugzak in de bus hebt meegenomen. De fiets gaat in de aanhanger. Meestal probeer ik de tijd te gebruiken om u verder bij te praten en met steun van Silvia mijn blog voor die dag gepost te hebben.

Als iedereen binnen is volgt er nog een verplaatsing naar het hotel wat vaak nog wel een uur in beslag neemt. Afhankelijk van de lengte en zwaarte van de etappe (en de groep waarin je fietst) kom je daar tussen 18.00 uur en 21.00 uur aan. Als de bus er is sjouw je je bagage naar je kamer. Je ploft op bed totdat je genoeg moed hebt verzameld om te gaan douchen en de spullen voor de volgende dag klaar te leggen. Meestal moet dat in drie kwartier geregeld zijn, want dan worden we nog verwacht voor het diner. Voor achten zitten we normaliter niet aan tafel en gisteren was het na het transport naar de Pyreneeën zelfs half tien.

Als je geluk hebt komt daarna het eten snel op tafel, maar zoals u wellicht weet kunnen Fransen niet organiseren en duurt het nog regelmatig een uur voordat je eten krijgt. Als het diner rond 22.00 - 23.00 uur is afgelopen verdwijnen de meesten naar hun kamer om nog even met thuis te bellen, een stukje te schrijven of tv te kijken. Maar tussen 23.00 uur en 24.00 uur is het gegarandeerd overal diepe rust. Tenslotte gaat rond 06.00 uur de wekker weer.

zaterdag 11 juli 2015

Zaterdag 11 juli: Ploegentijdrit

De voormalige Garmin-Cervelo ploeg, mijn favoriete ploeg in de Tour
Etappe 9: Vannes-Plumelec (ploegentijdrit), 28 km, 400 HM

Morgen moeten de ploegen een teamprestatie neerzetten in een relatieve korte ploegentijdrit van 28 kilometer aan de Bretonse kust. De coureurs vertrekken voor deze ploegentijdrit uit Vannes en koersen naar Plumelec. Op zich is het uitzonderlijk dat er een ploegentijdrit is gepland na de eerste 7 étapes, waarin zo'n rit altijd verreden wordt. Vannes was in het Tourverleden een locatie die meerdere malen werd opgenomen. In 1928 al, maar ook 1931 en 1947. Het meest recente optreden vond plaats 1993.

Plumelec is bekend van de Grote Prijs van Plumelec Morbihan (of Dwars door de Morbihan). Een koers die twee keer werd gewonnen door Julien Simon (2012 en 2014). Het plaatsje was voor het laatst te zien in 2008 als startplaats voor een wel heel lange proloog van 197 kilometer. In 1982 werd er ook gefinisht met een ploegentijdrit. De roemruchte TI-Raleighploeg won die, zoals zo vele ploegentijdritten in die tijd. De keuze voor Plumelec doet vooral Bernard Hinault veel plezier. De trotse Breton noemt Bretagne de bakermat van het Franse wielrennen.

Gisteravond hebben we bij het hotel nog bezoek gehad van 4 mecaniciens van Specialized die voor wij de bergen in gaan alle fietsen nog op de belangrijkste onderdelen gecontroleerd hebben. Geeft een veilig gevoel. Fantastisch om te zien hoe snel zij de afstelling van de derailleurs, die er voor zorgen dat wij kunnen schakelen, kunnen optimaliseren. Mijn fiets schakelde vanmorgen weer als een zonnetje waarbij de ketting zo ongeveer geluidloos liep. Top, top met dank aan Wilfred die ook dit weer perfect voor ons geregeld had.

Voor ons is het vandaag eigenlijk een reisdag. Wij hoefden niet tot het uiterste te gaan, sterker nog er werd helemaal geen tijd genoteerd en het ging ook niet om een teamprestatie. Na de ploegentijdrit snel de bus in voor een lange busrit van een kleine 800 km naar de Pyreneeën, alwaar morgen de eerste rustdag. Helaas is het vandaag ook zwarte zaterdag in Frankrijk. Hopelijk valt de drukte mee en krijgen we tijd om te recupereren!

Vrijdag 10 juli: De andere ploegen

Le Tour the day ahead
Etappe 8: Rennes-Mur de Bretagne, 179 km, heuvels, 2100 HM

Met "de Tour de dag ervoor" zijn we niet de enige groep wielerliefhebbers die de hele Tour rijdt. Vanuit Nederland zijn er drie groepen. Naast de onze, "De Tour de Kans" groep met 8 man die rijden voor de stichting "Make a wish" en een groep uit Ouderkerk aan de Amstel van 10 man onder leiding van Axel Koenders, oud wereldrecord houder hele triatlon. Daarnaast de Pro Tour groep uit Duitsland die rijden voor "Kinderlachen", een stichting die lijkt op de Cliniclowns. Ook een tweetal Belgen rijdt de Tour. Als laatste de meest professionele groep uit Engeland "The tour the day ahead" die rijden voor cure leukaemia. Deze ploeg wordt begeleid door een hele armada aan voertuigen waaronder een auto met zwaailicht voorafgaand aan de groep, een vijftal volgauto's en busjes, en een viertal motoren die alle rotondes en kruisingen afzetten voor de coureurs. Fietsen kunnen ze alleen niet, wel het verkeer ophouden. U zult begrijpen dat wij allen een waas voor de ogen kregen toen we ze gisteren ver voor ons zagen. We keken elkaar aan zo van we zullen ze even een poepie laten ruiken. Het was het gas er op, rijden voor wat we waard waren en er op en er over. Heerlijk! Uit betrouwbare bronnen heb ik vandaag vernomen dat de verguisde Lance Armstrong de dertiende en veertiende etappe mee gaat rijden met deze groep, maar officieel is dit nog geheim. 

Voor ons was het vandaag een wandeletappe. Rustig aan in een grote groep van zo'n 20 man. Een gemiddelde van rond de 29 km. Het weer is inmiddels weer omgeslagen met nu weer echt zomers weer en in de middag boven de dertig graden. Helaas ook het eerste serieuze ongeval waarbij een van de twee Belgen die buiten onze groep om soms meerijden, door niet opletten op een afslaand landbouwvoertuig klapte, over de kop sloeg en met diepe vleeswonden werd afgevoerd naar een ziekenhuis.

De favorieten voor de Tour zege kunnen zich aan het einde van de 179 kilometer lange étape tussen Rennes en de Mûr-de-Bretagne niet verstoppen. Ze moeten mee zijn op de steile slotklim, anders verliezen ze kostbare seconden op hun concurrenten.

De hoofdstad van Bretagne, Rennes, fungeerde al elf keer eerder als startplaats van een Tourétape. Voor het laatst in 1994, toen Jan Svorada aan het einde van de rit in Futuroscope de massasprint won.

Vanuit de studentenstad aan de oevers van de Ille en de Vilaine voerde de route door Bretagne. Traditioneel een wielergekke streek, die grote kampioenen als Louison Bobet en Bernard Hinault voortbracht. 

De étappe eindigt op de Mûr de Bretagne. Een korte maar pittige klim. Eenmaal eerder lag bovenop deze muur de finishstreep van een Tourétape. In 2011 wist Cadel Evans Alberto Contador net voor te blijven, terwijl de sprinters in geen velden of wegen te bekennen waren. Dat zal deze keer niet anders zijn.

Het zwaartepunt van de twee kilometer lange klim ligt in de eerste helft met maximaal stijgingspercentage van 15%. Na een kilometer vlakt de klim af en in de laatste 500 meter stijgt de weg nog slechts 2,2%. Zo kan een sterk sprintende klimmer er met de zege vandoor gaan.

We overnachten vandaag in Golfhotel Vannes zo'n 72 km verderop. Maar om nou te zeggen dat ik nog energie over heb om een balletje te slaan, neen dat niet. Je bent blij als je na een lange dag weer bij je hotel bent.

donderdag 9 juli 2015

Donderdag 9 juli: de flecheurs


Etappe 7: Livarot-Fougeres, 190 km, vlak, 2100 HM

Gisteren hebben we voor het eerst kunnen profiteren van het werk van de flecheurs. Die zorgen met twee busjes voor het uitpijlen van de officiële route en zorgen er zo voor dat op alle belangrijke punten grote gele borden hangen om de juiste richting aan te geven. Ze beginnen hun werk echter pas om om acht uur terwijl wij in het algemeen half acht vertrekken. Naar ik heb begrepen werken ze dit jaar met nieuwe mensen, oud profwielrenners, die nog wat moesten warm draaien. Dat betekende dat ze ons de eerste dagen niet meer inhaalden. Daardoor waren wij de eerste dagen aangewezen op GPS-bestanden, hetgeen soms lastig is. Jac had de hele route voor ons in GPS-bestanden vertaald. Zeker in Nederland was dat lastig omdat dan naar fietspaden moest worden gezocht vlak naast de officiële route waar wij vaak als fietser niet op mochten rijden. In 2012 begeleidden de flecheurs met sirenes de intocht op de Champs Elyssees, hopelijk doen ze dat dit jaar weer.

Het weer is gelukkig vandaag weer veel beter geweest dan gisteren toen het hondenweer was. Een lekker zonnetje en deels zelfs de wind in de rug. Daarmee is de 190 km ook beter te verteren. Het is verbazingwekkend te merken hoe ik verder in de etappe van vandaag kon herstellen van de vermoeienissen van de dagen ervoor en vanmiddag de power in de benen terug vond.

De etappe leidde ons in 194 "vlakke" kilometers van Livarot naar Fougères met daarin toch zo'n 2100 hm. In de Bretonse aankomstplaats is het woord morgen aan de mannen met de dynamietkuiten. 

Vertrekplaats is een gehucht van nog geen 3.000 inwoners maar met een grote reputatie. Die is te danken aan de lokale kaas, een intense roodschimmel die is gemaakt van koemelk. De Tour koerste al vaak door Livarot maar was er nog nooit te gast.
Chateau de Fougeres

Aankomstplaats Fougères heeft een rijke historie. Het stadje is gebouwd rond een kasteel dat in vroege tijden temidden van de moeraslanden opdoemde en daarmee zo goed als onneembaar was. De Tourorganisatie komt blijkbaar graag in Fougères, want in 2013 was het vertrekplaats van rit 12, die naar Tours leidde en een buit werd voor Marcel Kittel.