dinsdag 30 juni 2015

Woensdag 1 juli : Een berg bananen

 
Zoals zaterdag ook in de bijlage van de Volkskrant te lezen was, moet je naast fietsen in de Tour, zoveel mogelijk eten (en slapen). Verbruikt een volwassen man gemiddeld zo'n 2.500 kilocalorieën per dag, een Tourrenner verbrandt per dag minstens 6.000 kilocalorieën. Omgerekend betekent dat per dag zo'n veertig bananen. In mijn triatlontijd was mijn record zo'n 15 bananen tijdens het fietsonderdeel van 180 km. Daarna kon ik dan maandenlang geen banaan meer zien.

Alleen op kop in de zwaarste bergetappe kan dat verbruik zelfs oplopen tot 9.000 kilocalorieën als de motor op maximaal vermogen brandt. Om drie weken lang zo veel energie te kunnen leveren moeten we dus continu eten. Dat betekent bij het ontbijt zoveel mogelijk naar binnen proppen tot je echt niet meer kunt. 
Daarmee kun je maximaal zo'n twee uur rijden in ons tempo. 

Gelukkig kunnen wij na iedere 35 km even een pitsstop maken, niet alleen om de hond uit te laten, maar ook om de tank weer bij te vullen. Om die reden zijn er naast de grote bus met aanhanger nog twee busjes op het parcours.Om en om zorgen zij ervoor dat er iedere 35 km een stop is met altijd meer dan voldoende eten, zodat de motor kan blijven draaien. Op het 105 km punt is er dagelijks een uitgebreide (warme) lunch. 

De ervaring heeft geleerd dat er anders niet of in ieder geval onvoldoende gegeten wordt. Gelukkig hoef ik daardoor onderweg niet al te veel gelletjes naar binnen te werken. U kent dat vast wel, van die vieze mierezoete troep die in de mond wordt leeg geknepen. Zo zoet dat je er tijdens de wedstrijd na enkele gelletjes al pijn aan je tanden van krijgt, maar ja effectief is het wel. Je kunt onderweg immers moeilijk een volkoren brood naar binnen gaan werken.


Ook in de duursport geldt daarnaast het golden hour. Dat betekent dat je na de finish direct moet eten met veel koolhydraten en eiwitten. Ook bij het diner veel koolhydraten. Dat bevordert het herstel. De volgende dag moeten we er immers weer staan!



maandag 29 juni 2015

Dinsdag 30 juni: Vallen hoort bij wielrennen


Vorige week liet mijn collega Ruud mij een hilarisch filmpje zien over John Wayne en vallende "neergeschoten" wielrenners. Wayne met een grote hoed op en een pistool gericht op een niet zichtbaar doel met op de achtergrond muziek van Ennio Morricone. Na ieder schot zie je vervolgens beelden van vallende wielrenners. Buitengewoon komisch, moest er hard om lachen, maar in werkelijkheid is dat toch wat minder.

Profwielrenners accepteren dat het bij hun vak hoort, maar leuk is het niet. Denk aan de vreselijke val van Wout Poels 3 jaar terug waarbij hij in 2012 in de eerste week van de TdF moest opgeven met een gescheurde nier en milt, gekneusde longen en drie gebroken ribben. Denk ook aan de vreselijke val van Johny Hoogerland in 2010 toen hij in zijn eerste Tour werd gelanceerd en in een hek belandde met prikkeldraad nadat tijdens de negende etappe Flecha zijdelings geraakt werd door een auto van France Télévisions waardoor hij Hoogerland mee nam in zijn val. Hoogerland – op dat moment virtueel leider in het bergklassement – liep diepe snijwonden op, maar kon de etappe toch uitrijden. Na afloop kreeg hij alsnog de bolletjestrui omgehangen en kreeg hij, samen met Flecha, de prijs voor de strijdlustigste renner van de dag. Later zou blijken in het ziekenhuis, dat er 33 hechtingen nodig waren om zijn wonden te dichten. Zijn eerste reactie bij het verlaten van het ziekenhuis was "Na de rustdag gaan we gewoon weer fietsen" en "Een Zeeuw krijg je er niet zo snel onder". Denk verder aan de valpartijen van onze Robert Geesink, de beenbreuk van Alberto Contador in de vorige Tour en ga zo maar door.

Ik zeg altijd dat ik in de 25 jaar dat ik op een racefiets rij nog maar drie maal gevallen ben. De eerste maal in een tijdrit in de regen toen ik risico's nam vanwege mijn positie in de wedstrijd, de tweede maal door overmoedigheid in een haarspeld bocht en de laatste maal op De Posbank enkele jaren terug toen de weg in een ijspiste veranderd was nadat het die avond daarvoor geregend had op een wegdek bezaaid met bloesem.

Ook in onze groep deelnemers zijn valpartijen geweest met vervelende afloop. Zo is er een gebroken heup geweest en een gebroken knieschijf. Beide deelnemers kunnen gelukkig wel mee. Vorige week ben ik door domme pech zelf ook hard gevallen bij het afscheid van onze directeur, toen ik heel ongelukkig uitgleed op een door de regen spekglad geworden afrit voor rolstoelen waarmee toegang tot de lager gelegen binnentuin van ons ziekenhuis kan worden verkregen. Kon gelukkig meteen weer opstaan, dus geen gebroken heup . Wel gekneusde ribben waaraf ik aanvankelijk niet goed op kon liggen en die nu nog pijn doen bij niezen en hoesten. En nu maar hopen dat ik niet aangestoken ben door Marian en Margreet op de " heidag" van de betrokkenen bij het kwaliteitsbeleid van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie afgelopen dinsdag. Haaatsjoeeee.

zondag 28 juni 2015

Maandag 29 juni: Even de hotels langsrijden voor een laatste check...

Het hotel in Arras na de langste etappe
Bij het organiseren van een evenement als de TdF voor onze groep komt heel wat kijken. Om ervoor te zorgen dat wij kunnen doen waarvoor we getraind hebben, gaan er 10 begeleiders mee. Pascal en Wilfred zijn daarbij de trekkers. Toen het parcours eenmaal bekend was in november 2014, is Wilfred direct hotels gaan zoeken en boeken. Dat bleek niet mee te vallen, want wie wil er zo'n stelletje uitgehongerde wolven over de vloer hebben die je hotel in no time verbouwen tot een Napolitaanse achterbuurt.

Daarnaast bleek de ASO, de organiserende instantie van de TdF, vaak al de nodige hotel capaciteit te hebben geboekt. Het grootste probleem deed zich daarbij voor in Digne les Bains, waar letterlijk alle capaciteit gereserveerd was. Hierdoor moeten we nu twee uur met de bus om na de etappe bij ons hotel te komen en de volgende dag opnieuw. Als ik het goed begrepen heb, moeten we dan in de ochtend rond zes uur de bus in en volgt het ontbijt in de bus.

Om niets aan het toeval over te laten heeft Wilfred begin mei het hele parcours nagereden om te checken of de geboekte accommodaties wel aan de verwachting voldeden en waar konden maken wat beloofd was. Een heidense klus die er in ieder geval voor gezorgd heeft dat wij in goede hotels verblijven. Na een inspannende dag gaat er immers niets boven een voedzame maaltijd en een goed bed. 

De hele Tour is er natuurlijk een touringcar met grote aanhanger voor de fietsen beschikbaar die het transport van de finish naar het hotel en de volgende dag naar de start verzorgt. Bovendien is de bus er ook altijd op het 105 km punt waar de lunch zal plaatsvinden. Helaas hebben we hem ook nodig voor twee grote verplaatsingen, die de profs met het vliegtuig maken. De eerste keer na de ploegentijdrit naar Plumelec in Bretagne, wanneer we naar het bedevaarsoord Lourdes aan de voet van de Pyreneeën rijden. Daar verblijven we een aantal nachten in een hotel, om vandaar de Pyreneeën etappes te rijden. De tweede keer na de een na laatste etappe die eindigt op Alpe d'Huez, waarna het feest de volgende dag verder gaat in Sevres vlak bij Parijs.

Zondag 28 juni: Een uitgebalanceerd dieet....

De Tour wordt deze keer bij de profs ook vast beslist in het hooggebergte. Daar delen mannetjes van zo'n 60 kg zoals Contador, Froome, Nibali en Quintana de lakens uit. Dat is niet voor niets, want al wat je weegt moet je ook mee naar boven sjouwen. Dus licht gewichten zijn in de bergen in het voordeel. Ik heb me daarbij door deskundigen laten vertellen dat iedere 5 kg lichter in de bergen te vergelijken is met 25 watt " extra " vermogen. Als je dan Kienstra heet en in de zomer van 2014 zo'n 85 kg weegt ben je dus kansloos, ook al zou je verder dezelfde capaciteiten hebben. Om zo min mogelijk energie te verspelen had ik bedacht dat het dus wenselijk zou zijn om lichter te worden en liefst zo dicht mogelijk in de buurt te komen van mijn gewicht in de triatlontijd toen ik eind tachtig, begin negentiger jaren afgetraind zo'n 75 woog. Maar dat bleek niet zo eenvoudig als toen. De eerste drie gingen er nog eenvoudig af, maar daarna stokte het. Om met mezelf in het reine te komen hield ik mezelf maar voor dat het van mijn toegenomen spiermassa kwam, maar feitelijk kon ik het snoepen natuurlijk niet laten, als ik weer eens met honger door het huis liep. Ook al at ik verder nog zo gezond met veel kwark, muesli en fruit.

Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik bij gelegenheid graag van die goudgele jongens drink. Er is een tijd geweest dat ik zelfs iedere avond een of twee flesjes dronk. Een paar jaar terug is dat in het kader van verantwoord alcohol gebruik al terug gebracht tot alleen in het weekend. In mijn triatlontijd was ik bovendien gewend om vanaf 1 januari tot de dag van de hele triatlon in augustus geen druppel alcohol meer te drinken en dus besloot ik dat ook nu te doen en vanaf 1 januari heb ik derhalve "geen druppel" alcohol meer gedronken. Bier en ander soorten alcohol zijn immers slecht voor het herstel na inspanningen en zitten bovendien boordevol calorieën. Kostte me tot mijn verbazing eigenlijk geen moeite, maar als het doel eenmaal bereikt is doe ik natuurlijk graag weer mee, proost!!

vrijdag 26 juni 2015

zaterdag 27 juni: Help, een kraak in mijn fiets !



Kent u die mannen die iedere zaterdag aan hun auto staan te poetsen totdat hij glimt als een spiegel. Ik moet u bekennen dat ik ook enigszins tot dat slag behoor, zeker als het om mijn racefiets gaat. Wegrijden op een vieze fiets, onbestaanbaar toch. Een echte wielrenner rijdt altijd op een glimmende fiets en soigneert zich. Het oog wil toch ook wat! Maar helaas is dat geen garantie voor goed functionerend materiaal, hetgeen toch een absolute noodzaak is als je er zo'n 3500 km op moet gaan rijden

Ik ga de Tour rijden met het topmodel van Cervelo, de S5 team. Hoewel ik geen aandelen bij Cervelo heb moet ik bekennen dat het een geweldig aerodynamisch race monster van carbon is, met buizen in druppelvorm en een enorme stijfheid in het bracket en het balhoofd zodat alle energie die je er in stopt ook werkelijk omgezet wordt in voortbeweging. Bij zijn presentatie was het bij testen in de windtunnels destijds de snelste fiets ter wereld en Carlos Sastre won er de Tour mee. Ik rij er nu een jaar of twee op en in het begin reed hij werkelijk goddelijk, maar de laatste tijd begon hij wat te kraken. Net als een krakende huiskamer deur. Om gek van te worden toch? Gelukkig is dat laatste meestal met een beetje olie gemakkelijk te verhelpen.

Met de moderne generatie racefietsen ligt dat veel moeilijker. Een carbon frame is net een klankkast en een kraak kan dus overal in de fiets gelokaliseerd zijn. Nu was het al de bedoeling om de fiets voor de TdF door Dennis mijn mecanicien helemaal uit elkaar te laten halen, en ik vertrouwde er op dat het daarna wel verholpen zou zijn. Tot mijn schrik was het daarna echter zeker vijf maal zo erg en ging het ook niet meer weg.

Het kon toch niet zo zijn zou dat ik zo de TdF zou moeten fietsen? Dan kan ik daarna afgevoerd naar.... Dus wanhopig terug naar Dennis. En god zij dank was het probleem oplosbaar en bleek een deel van de as na meer dan 20.000 km door slijtage frictie te vertonen.


Is het u trouwens opgevallen aan de foto hierboven dat ik met ovale bladen voor rij?  Op dit punt heb je believers en non believers;  je gelooft er in of niet. Ik hoor tot de eerste groep. Gelukkig verkeer ik in goed gezelschap en rijdt ook bijv Marianne Vos en Chris Froome met deze bladen . Het idee achter deze bladen is dat het leidt tot een betere krachtsverdeling in de omwenteling en minder verzuring vooral bij tijdritten en in de bergen. Ik doe dat bovendien met ongewoon lange cranks van 180 mm waardoor een grotere hefboom bij het krachtzetten. En nu maar hopen dat het zijn winst gaat opleveren!


eze bladen 

donderdag 4 juni 2015

vrijdag 26 juni: Nog één week te gaan... de voorbereidingen

2010:beklimming van de Mont Ventoux

U zult het niet geloven. Maar ja, ik ga de Tour de France rijden. En ja, het is de bedoeling om hem helemaal te gaan rijden en nee, ik rij natuurlijk niet met de profs mee.

Op 3 juli sta ik met een groep van een man of veertig aan de start in Utrecht. We rijden steeds de dag voor de grote mannen dezelfde etappe. Ongeveer een jaar geleden kwam ik er via het blad Fiets achter dat Pascal Kolkhuis Tanke, een oud prof uit de Skil ploeg en eigenaar van Tropicalcyclist, van plan was om samen met Wilfred de Kruyff ter gelegenheid van de start van de Tour de France in Utrecht opnieuw de "tour de dag ervoor" te organiseren.


In 2012 had hij dat voor het eerst gedaan, omdat hij als prof nooit de kans had gehad om hem te rijden. Dat was een zware bevalling geworden en eigenlijk had hij zich voorgenomen om dat nooit meer te herhalen. Maar de start van de Tour in Utrecht en daarmee de zesde start in Nederland maakte alles anders. Nadat er voor een tweede editie in 2014 te weinig belangstelling was geweest waren er in korte tijd zo'n veertig waaronder beschrijver van dit blog, die zich inschreven voor het evenement en konden ze met de organisatie aan de slag.


Ook voor mij betekende dat, nadat mijn vrouw Anja het groene licht had gegeven, gaan nadenken over een goede voorbereiding. Ik was dan wel wat gewend uit het verleden na zeven hele triatlons, het rijden van "de honderd cols tocht", Alpen en Pyreneeën tochten, trainen op El Teide, een Transalp, de Dolomieten marathon en de Marmotte, maar dit was toch iets van een geheel andere orde. Hoe moest ik me daar nu in hemelsnaam op voorbereiden? Gelukkig wist mijn trainer Johan Boonstra, oud Nederlands kampioen wintertriathlon en inspanningsfysioloog, die mij al jaren van trainingsschema's voorziet, wel raad daarmee. Half oktober ben ik vervolgens gestart met de voorbereiding. Vertrouwend op zijn kennis en kunde heb ik vervolgens een kleine 9 maanden braaf zijn opdrachten uitgevoerd. Dat betekende naast veel op de fiets opnieuw krachttraining met halters van boven de honderd kilo op mijn nek om sterkere beenspieren te kweken. Als het goed is heb ik er dan voor de start zo'n 8500 km opzitten en heb ik meerdere trainingsweken van tegen de 20 uur gehad naast mijn werk.
Squat met meer dan 100 kg op mijn nek in de sportschool

Een trainingsstage in de bergen zat er dit jaar helaas niet in, met twee weekendjes Limburg moest ik het doen.

Over precies een week is het zover. Ik kan haast niet wachten voor het zo ver is. De voorbereiding zit er zo goed als op! Nu alleen nog taperen zoals dat in de topsport genoemd wordt en proberen zo uitgerust mogelijk aan de start te verschijnen.

Ik ga proberen een blog bij te houden en zo veel dagen als mogelijk is qua tijdsplanning en WIFI voorzieningen iets van me te laten horen. In de voorbereiding is dat natuurlijk goed te doen, maar als het feest eenmaal begonnen is.....